“Alles wat je voor de kijker invult, ontneem je hem.”

Hans Peter Innemée

(Heerlen, 1951)

Hans Peter Innemée (de achternaam van zijn moeder) wordt als Hans Peeters geboren. Op de Kunstacademie te Tilburg leert hij grafische technieken. Zijn grote droom is echter beroepsmuzikant te worden. Hij speelt als bassist in een  band en ziet daar zo’n uitdaging in dat hij vervroegd de opleiding verlaat. Hij wordt tekenleraar en speelt ’s avonds in de band. Af en toe werkt hij aan een linosnede. Later wordt dat het monotype. Deze techniek leerde Innemée al op de academie: een stuk dun papier wordt op een met verf of inkt ingerolde glasplaat gelegd en daarna met potlood op de achterkant getekend. Met die tekeningen gaat hij weer aan het werk: hij scheurt er elementen uit die hem bevallen en plakt die dan weer op papier of hout en vormt zo op een collage-achtige manier zijn werk. Innemée hangt zijn basgitaar aan de wilgen, maar zijn oude liefde leeft voort in de Engelstalige titels die hij zijn werk geeft. Innemée: “Een schilderij moet suggereren. Hoe meer je de toeschouwer de kans geeft zelf naar betekenissen te raden, hoe rijker een schilderij is. Een kunstwerk moet je fantasie prikkelen, energie vrijmaken. Alles wat je voor de kijker invult, ontneem je hem. Daarom werk ik eraan om steeds meer weg te laten. Minder is meer”.